

Het zou in het gesprek verschillende keren spontaan terug komen, de vele gelijkenissen tussen Parike in de Vlaamse Ardennen , waar Sim als kind opgroeide, en Terlanen dat hij toevallig vond en al snel omarmde: het kleinschalige, het glooiende landschap en de actieve dorpsgemeenschap. Sim mag dan geen geboren Terlanenaar zijn, hij voelt er zich duidelijk goed thuis.
Maar het begon dus allemaal in Parike in de Vlaamse Ardennen (ondergetekende moest toegeven de naam van deze gemeente nog nooit gehoord te hebben). Sim en zijn jongere zus groeiden er op in het schoolhuis want Sim’s vader was er het hoofd van de gemeenteschool en nam het eerste en het tweede studiejaar voor zijn rekening. Bovendien stond zijn moeder als onderwijzeres in voor het vijfde en zesde studiejaar, zodat voor Sim de lagere school vooral een familiezaak was. “De schuld op de leraar steken zat er voor mij dus niet in” lacht hij “maar ik kon ook niet te laat komen want onze achterdeur gaf uit op de speelplaats”.
Ondanks zijn 600 inwoners (een van die gelijkenissen) was Parike een erg actief dorp (nog zo een): zijn vader projecteerde films, een nonkel van Sim stichtte er een toneelgezelschap en nog een andere nonkel was actief in het rijke verenigingsleven.
Zijn middelbaar deed Sim op internaat in Halle. Niet naast de deur maar het Koninklijke Atheneum genoot er een gedegen reputatie. De Latijnse klassen waren er in de jaren 50 reeds gemengd en dit is niet zomaar een detail want Sim leerde er op de schoolbanken Lieve kennen en de twee werden er gaandeweg onafscheidelijk. Toen ze 18 waren trokken ze samen naar Gent om er aan de (toen nog) Rijksuniversiteit Gent te studeren: Lieve koos voor scheikunde en Sim voor diergeneeskunde. Geen toevallige studiekeuze want in de familie waren er verschillende landbouwers en Sim bracht als scholier zijn zomervakanties graag door op de boerderij.
Toen Lieve na vier jaar afgestudeerd was huwden ze. Het paar werd al snel een gezin dat eerst dochter Jo (1963) gevolgd door zoon Koen (1964) mocht verwelkomen. Gemakkelijk was het allemaal niet want Sim had nog twee studiejaren en een jaar legerdienst (in Heverlee en Sint Kruis bij Brugge) voor de boeg.
Hoewel Sim na zijn afzwaaien nog een jaar zou werken als assistent in de diergeneeskunde aan de RUG werd al snel duidelijk dat een klassieke loopbaan als zelfstandige dierenarts niet aan hem besteed was. En toen het toenmalige bedrijf RIT (Recherches et Industries Thérapeutiques) met vestigingen in Genval en Rixensart aan Sim’s deur kwam kloppen om voor hen de belgische diergeneeskundige afdeling internationaal uit te bouwen moest Sim niet lang twijfelen. Het gezin verhuisde van Gent naar Overijse en woonde er op de Kalvarieberg . RIT was een erg dynamisch bedrijf (de latere KUL rector Pieter De Somer was er voorzitter van de raad van bestuur) en Sim zou er de fusies meemaken waardoor RIT eerst RIT Smith Kline werd en nadien Glaxo Smith Kline of GSK, thans één van de grootste werkgevers in de streek. Die expansie zorgde er ook voor dat Sim en Lieve enkele jaren in München zouden wonen toen Sim er verantwoordelijk werd als ‘Geschäftsführer’ voor Smith Kline Duitsland, humane geneesmiddelen.
Sim en Lieve waren in Overijse lid van de toenmalige natuur en wandelgroep “Het Waterhoen”. Op een van hun wandelingen nam Mathieu Steensels hen mee naar het hen tot dan onbekende Terlanen. Mathieu kende er alle paadjes, vertelde honderduit zoals hij dat zo mooi kon en de wandeling eindigde met een frisse pint (of twee) in het café bij “Den Boer”. Het werd zo’n mooie dag dat het voor Sim en Lieve al snel vaststond : dit was het dorp waar ze wilden wonen. Ze konden een stuk grond kopen in de Molenstraat en bouwden er een huis. De ouders van Lieve ruilden hun drukke straat in Halle ook graag in voor de Molenstraat en leerden er de buren goed kennen.
Na 22 jaar bij GSK werd het tijd voor iets nieuws : Sim vervoegde in 1990 de Confédération des Industries Agro-Alimentaires, een organisatie die de Europese voedingsnijverheid vertegenwoordigde in gesprekken met de Europese Commissie. Het waren boeiende jaren waarin tal van moeilijke dossiers lange onderhandelingen vergden vooraleer iedereen het eens was. Een van die heikele Europese dossiers waarin Sim het voortouw nam was de problematiek van het recycleren en het belasten van verpakkingen. Toen men in 1994 besloot om in België de recyclage te gaan organiseren werd Sim dan ook aangezocht om de leiding te nemen van wat Fost Plus België zou worden. Sim zette samenwerkingsverbanden op met de intercommunales / interregionale organisaties die instaan voor afvalophaling en -verwerking (zoals onze eigen Interrand) zodat zij, met de financiële steun van de producenten van verpakkingen, zich meer zouden richten op sorteren, recycleren en sensibiliseren. Dat we met zijn allen in Vlaanderen erg voorbeeldige leerlingen zijn geworden van recylage en gescheiden afvalstromen is dan ook voor een stuk aan Sim te danken.
In 2002 zette Sim een punt achter zijn mooie loopbaan. Ondertussen hadden hij en Lieve enkele huizen verder in dezelfde Molenstraat een nieuw huis gebouwd met een grote tuin. En die komt goed van pas want Sim en Lieve plantten er een moestuin om U tegen te zeggen. Het is in die moestuin dat je, als het weer wat meewil, de grootste kans hebt om Sim aan te treffen. Zijn ‘groene vingers’ kreeg hij van thuis mee want ook daar had zijn vader een grote moestuin. De gezinnen van Jo (in het huis op de Kalvarieberg) en Koen (naast de deur in de Molenstraat) krijgen dan ook geregeld de groenten of het fruit van de week thuis geleverd, tot ieders grote voldoening.
Na een lange loopbaan met veel buitenlandse reizen hoeft ver reizen voor hen niet meer. Enkele keren per jaar waaien ze wel graag wat uit in Heist aan zee. Dat Sim van vele markten thuis is bewees hij enkele jaren terug toen hij in het kader van “Terlanen Ten Toon” enkele mooie schilderijen van zijn hand exposeerde. Maar deze dagen staat de schildersezel er wat verlaten bij, want de vrije tijd die er na de moestuin nog overschiet gaat naar het opstellen van hun familiebomen. “Ondertussen acht generaties ver en dan heb je al snel zo’n 1000 namen” lacht Sim met pretoogjes die aangeven dat hij ook die uitdaging erg graag aangaat.
Dat Sim en Lieve nu wat meer tijd hebben (als de moestuin het toelaat) werd ook een opsteker voor Terlanen: Lieve draaide mee in het sponsoringteam voor de musicals van VJT en Sim verzorgde een hele tijd de lay-out van de Turfput en vervoegde de dorpsraad waar hij de drijvende kracht is achter het terug in ere herstellen van het wandelpad richting Bilande. Recent richtte hij samen met Fons Jena “Laanstroom” op, een vereniging die onder het motto “Rivier wordt stroom” ijvert voor de productie van groene stroom op de Laan aan de watermolen.
We zijn erg blij, Sim en Lieve, dat Mathieu Steensels jullie die namiddag Terlanen heeft doen ontdekken!
Sim Van Canegem
.jpg)